Zo dragen landbouwers bij aan een duurzaam ecosysteem

Een goed stukje vlees, daarvan eist de consument transparantie: waar en in welke omstandigheden groeit het dier op? Hoe werd het gevoederd? Welke weg legde het af van veld tot bord? En dat loont: onze vleesvee- en varkenshouders hebben meer dan waar ook ter wereld aandacht voor het welzijn van het dier en voor de ecologische voetafdruk van de landbouwsector.

Dat de Belgische vleesvee- en varkenshouders hun best doen, is een understatement, want ze gaan veel verder dan wat de wet oplegt. Al bijna drie decennia gebruiken certificeringsorganisaties Belbeef en Belpork lastenboeken waarin ze vastleggen aan welke normen en regels producenten, verwerkers en distributeurs moeten voldoen. 
 
Ook op het vlak van milieu en klimaat gelden verschillende parameters. Alleen de beste leerlingen van de klas ontvangen een kwaliteitslabel voor hun vlees. En of dat motiveert. Belgisch runds- en varkensvlees behoort vandaag tot de absolute wereldtop. Nergens is de aandacht voor het welzijn van het dier groter en de ecologische voetafdruk kleiner. 

Varken toont zijn snuit
Koeien worden gevoederd

Duurzaamheidsmonitor

Eigen stoef, maar wel zonder geurtje. De cijfers liegen er niet om. Drie vierde van de Belpork-producenten gebruikt regenwater of andere alternatieve waterbronnen. Zeven op tien wekt zijn eigen elektriciteit op door middel van zonnepanelen, windmolens of warmtekrachtkoppelingen en zowat allemaal nemen ze energiebesparende maatregelen zoals ledverlichting, warmterecuperatie en gelijkstroom- of frequentiegestuurde ventilatoren. Iedereen naar eigen vermogen. Maar enkel wie voldoende duurzame ingrepen voorziet, komt in aanmerking voor het begeerde certificaat. Ook bij Belbeef houden ze elke stap nauwgezet bij via een duurzaamheidsmonitor. Verschillende maatregelen zijn doeltreffend: zo doet 7 op 10 bedrijven aan koolstoflandbouw, waarbij koolstof wordt opgeslagen in de bodem. 7 op 10 bedrijven zetten zich ook in om wilde populaties van uilen, vleermuizen en zwaluwen in stand te houden. En 60% beschikt over blijvend grasland. Grasland dat in stand gehouden wordt, kan evenveel koolstof opslaan onder de bodem als een bos.  

Goed gesoigneerd

Naast duurzaamheid zit ook dierenwelzijn steeds meer ingebakken in de Belgische landbouw en veeteelt. 90% van de Belbeef-bedrijven zet preventief in op ziekten als schurft en bijna 70% voorziet minstens één keer per jaar klauwverzorging. Om varkens gezond te houden, passen veel Belpork-leden hygiënische maatregelen toe, zoals het gebruik van een sanitaire sas waar iedereen zich voorafgaand aan elk stalbezoek omkleedt. Voor elk onderkomen worden andere borstels en laarzen gebruikt om verspreiding van ziektekiemen tegen te gaan. Verder hanteren de meeste varkens- en vleesveehouders strikte quarantaineprotocollen en vaccinatieschema’s. 

Qua voeding voorzien veel rundveetelers zelf in gras, maïs en granen. Lukt dat niet, dan kopen ze dat steevast aan bij regionale telers. Ook worden overschotten van de voedingsindustrie gebruikt in veevoeders voor runderen en varken, denk maar aan groenteresten, pulp van suikerbieten, bierdraf en afgekeurde diepvriesfrieten. Zowat de helft van de varkenskwekers maakt gebruik van deze nevenstromen. Zo blijven voedselverspilling en afval beperkt tot het absolute minimum.

Varkenshouder bij varkens

Voor beest én boer

Met Belgisch vlees op je bord weet je dus precies wat je eet. En dankzij het verregaande traceersysteem ook welk parcours het aflegde alvorens het daar terechtkwam. Kan het nog beter? Ongetwijfeld. De lastenboeken zijn flexibel en schikken zich naar elke wijziging in de markt en maatschappij. Maar één ding staat vast: met vlees van bij ons kies je niet alleen voor een 100% verantwoord kwaliteitsproduct, maar ondersteun je ook onze kwekers om in de toekomst te blijven investeren in diervriendelijke en duurzame innovaties.