Economisch belang
De Belgische vleessector is veel meer dan traditie en vakmanschap: ze vormt een stevige pijler van onze economie. Met een productie die tot de Europese top behoort en een export die wereldwijd hoog aangeschreven staat, draagt de sector aanzienlijk bij aan werkgelegenheid, toegevoegde waarde en een positieve handelsbalans. Vlees en vleesproducten zijn goed voor bijna 5% van de totale export van ons land en brengen jaarlijks miljarden euro’s in het laatje.
Een motor voor de Belgische economie
De vleessector speelt een sleutelrol in de Belgische economie. Samen met de bredere landbouwsector is vlees goed voor bijna 5% van de totale export van ons land. België is een van de Europese leiders in vleesexport en ziet die export jaarlijks gemiddeld met 6 à 7% groeien.
In 2017 bedroeg de totale export van de vleessector 4,1 miljard euro.
België produceert jaarlijks zo’n 860.000 ton varkensvlees en 170.000 ton rundvlees, waarmee het tot de Europese top behoort.
De vleeswarensector was in 2017 goed voor 840 miljoen euro omzet.

Werkgelegenheid en productie
De sector biedt ook heel wat werkgelegenheid. In totaal werken in de Belgische landbouwsector bijna 90.000 mensen, goed voor ongeveer 2% van de totale werkende bevolking. Binnen de vleesverwerking zijn er 180 bedrijven actief, samen goed voor zo’n 6.000 jobs en een jaarlijkse omzet van 2 miljard euro.
Ook voor gezinnen is vlees een belangrijke uitgavenpost. In 2017 besteedde een gemiddeld Belgisch gezin 1.036 euro per jaar aan vlees, ofwel 454 euro per persoon. Ter vergelijking: voor vis en schaaldieren gaat het om 127 euro per persoon.

Een positieve handelsbalans
België is meer dan zelfvoorzienend in vlees. Voor vrijwel alle vleessoorten wordt er meer uitgevoerd dan ingevoerd. Dat levert niet alleen een positieve handelsbalans op, maar versterkt ook de positie van de Belgische vleessector als betrouwbare exportpartner.
Sector in beweging
De voorbije decennia is de sector sterk geëvolueerd. Het aantal landbouwbedrijven daalde, maar de gemiddelde bedrijfsgrootte verdrievoudigde. Het aantal dieren per bedrijf groeit mee, waardoor de efficiëntie stijgt.
Daarnaast wordt ook geïnvesteerd in innovatie en korte keten-initiatieven. Die kortere voedselketen brengt producent en consument dichter bij elkaar. Het vlees is verser, makkelijker traceerbaar en ondersteunt de lokale economie. Tegelijk worden er schakels in de keten vermeden, wat voor betere marges bij producenten en scherpere prijzen voor consumenten zorgt.