“Het huidige discours over vlees in de media en in onderzoeksgroepen is niet ecologisch.”

“Het huidige discours over vlees in de media en in onderzoeksgroepen is niet ecologisch.”

Nieuws “Het huidige discours over vlees in de media en in onderzoeksgroepen is niet ecologisch.”
Gepubliceerd op 23 januari 2023

In zijn onderzoek verklaart Dr. Pablo Manzano dat vee niet de oorzaak is van de klimaatverandering, maar dat het net een deel van de oplossing is om die klimaatverandering aan te pakken. Hij beargumenteert dat een efficiënt landschapsonderhoud noodzakelijk is om een gezonde leefomgeving te garanderen. Daarin hebben ook vee en grasland hun plaats. Dat komt omdat vee een belangrijke grazersfunctie heeft en graslanden een directe positieve invloed hebben op de temperatuur van de aarde.

Het is niet de koe, het is de “hoe”

Sommigen beweren dat er te veel koeien in de wereld zouden zijn. Daarom zou het aantal dieren in de totale veestapel moeten inkrimpen. De populaire redenering hierachter is dat de veestapel verantwoordelijk is voor een extreme koolstofuitstoot en dat het dus bijdraagt tot de opwarming van de aarde.

Onderzoek toont echter aan dat het aantal wilde dieren op aarde tijdens het vroege Holoceen ongeveer dezelfde biomassa zou hebben als de huidige wereldveestapel. Het grootste verschil is dat de dieren vandaag niet goed verspreid zijn over de planeet en de concentratie in bepaalde gebieden te hoog ligt. Sommige plaatsen hebben te veel dieren terwijl anderen ernstig onderbegraasd zijn, denk maar aan de de Siberische taiga.

Dit weerlegt het argument dat onze planeet momenteel te veel dieren telt en dat die verantwoordelijk zijn voor een extreme hoeveelheid koolstofuitstoot. Dat is wat de uitdrukking "Het is niet de koe, het is het hoe" betekent: niet het aantal dieren heeft een negatief effect op de aarde, maar de organisatie en verdeling van de veestapel.

Minstens de helft van de methaanuitstoot die we nu wijten aan de veestapel, zou natuurlijk en onvermijdelijk zijn

Pablo Manzano

Verlaten landbouwgrond schaadt meer dan het baat

Dat brengt ons bij een ander punt. Stel dat we de veestapel inderdaad sterk laten inkrimpen om de koolstofuitstoot te verminderen. In dat geval zouden sommige graslanden veranderen in verlaten gebieden. Die gebieden zouden geen koeien meer huisvesten, maar worden dan overgenomen door andere wilde herbivoren zoals herten.

Wetenschappers hebben berekend wat de uitstoot zou zijn van die wilde herbivoren. Wat blijkt? Minstens de helft van de methaanuitstoot die nu wordt toegeschreven aan de veestapel, zou worden uitgestoten door dieren die zwerven door verlaten bossen en graslanden. Dat wil zeggen dat die emissies onvermijdelijk zijn: zolang er dieren bestaan op boerderijen of in het wild, zal deze methaanuitstoot er ook zijn. Bovendien zal het aantal andere dieren (bijvoorbeeld wilde zwijnen) uiteindelijk ook toenemen.

Bovendien is die braaklegging van landbouwgrond – vanuit een ecologisch standpunt – slechts een kortetermijnoplossing die op lange termijn nadelig kan uitdraaien. De wilde herbivoren die deze landschappen zullen bezetten, zullen de voordelen van het vee voor ons ecologisch systeem niet volledig vervangen.

Daarnaast zijn wilde dieren zoals wilde zwijnen en herten minder goed in het onderhouden van het landschap. Zo hebben wilde zwijnen de neiging om in de grond te graven, waardoor de koolstof die in de bodem zit, zal vrijkomen en oxideren. Dat kan ook problemen veroorzaken, aangezien die koolstofemissies ook hun weg vinden naar de atmosfeer.

Herten gebruiken het open landschap dan weer minder efficiënt waardoor er meer opeengestapelde plantaardige biomassa achterblijft. Dat zorgt voor een groter risico op bosbranden. Dat fenomeen zien we nu al: de bosbranden die we de laatste jaren hebben aanschouwd, vonden plaats in gebieden met veel verlaten landbouwgrond en werden deels veroorzaakt door het overschot aan vegetatie daar.

Bossen zijn als een airconditioning op lokaal niveau, terwijl graslanden de temperatuur van de aarde afkoelen op globaal niveau

Pablo Manzano

Bossen zijn niet de heilige graal

Om de temperatuur van de planeet af te koelen, wordt extra bebossing vaak naar voren geschoven als oplossing. Daarin zit een redeneringsfout. Als mensen fossiele brandstoffen verbranden en toevoegen aan de atmosfeer, dan zullen bossen inderdaad een deel van die koolstof opnemen. Maar daarmee zal de temperatuur van de aarde niet dalen – en heeft bebossing een minder grote impact dan wordt verondersteld. Bovendien gaat de koolstof die de bomen hebben opgeslagen gemakkelijk verloren als er een bosbrand ontstaat. Dat is niet het geval met grasland: die leggen de koolstof vast in de bodem, waar het niet verbrandt.

Je zou airconditioning kunnen gebruiken als een metafoor voor bebossing. Airconditioning verlaagt de temperatuur in de nabije omgeving: als je er dichtbij staat, dan is het frisser dan wanneer je verder weg bent. Hetzelfde geldt voor bossen. Onder de bomen is het koeler dan in de zon, maar dat heeft geen invloed op de algemene temperatuur. Die plaatselijke verkoeling bekom je omdat bomen water onttrekken aan de bodem en het vervolgens in de atmosfeer duwen.

Niet alleen de broeikasgassen, maar ook de kleur van de aarde is een belangrijke factor die we in onze analyse van de opwarming van de aarde moeten meenemen. Daarvoor moeten we dieper ingaan op het albedo-effect

Pablo Manzano

Waarom de kleur van de aarde een belangrijke factor is in de strijd tegen klimaatopwarming

De energiebalans en de temperatuur van de aarde hangen af van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer. Maar ook de kleur van de aarde is een belangrijke factor die we moeten meenemen in onze analyse van de opwarming van de aarde. Daarvoor moeten we het albedo-effect verder uitdiepen. Als de aarde donkerder is, zal die meer zonnestralen absorberen en minder stralen reflecteren in de ruimte. Het omgekeerde gebeurt wanneer de aarde lichter is: dan zal ze net meer zonnestralen weerkaatsen. Dat wordt het albedo-effect genoemd.

Een sterk kleurverschil in het landschap kan ook een negatieve impact hebben. Dat is wat er momenteel gebeurt met de smeltende ijskappen op de Noordpool. De zee is erg donker en absorbeert de zonnestralen, waardoor de planeet opwarmt. Vroeger weerkaatste de ijskap die zonnestralen als een spiegel, waardoor de planeet niet te veel opwarmde. Dat is ook het geval bij kleurverschil tussen graslanden en bossen, waarbij graslanden meer reflecteren dan bossen. Het klopt dat het verschil subtieler is dan tussen de ijskappen en de zee, maar toch is het sterk genoeg om invloed te hebben. Daarom verdient dit fenomeen meer aandacht dan het nu krijgt.

Over Pablo Manzano

pablo.manzano

Pablo Manzano is een wetenschapper en onderzoeker aan Universiteit van Helsinki en het Baskisch Centrum voor Klimaatverandering. Pablo is een expert in pastoralisme en translationele ecologie. In zijn onderzoek analyseert hij hoe vee en wilde herbivoren landschappen vormgeven. Zijn onderzoek benadert ecologie en duurzaamheid vanuit een economische en sociologische invalshoek.